Ja… daar zeg je wat. Je leven in balans houden. Wat is balans houden en hou doe je dat? Het woordje balans wordt te pas en te onpas gebruikt. “Zorg dat je balans houdt hè” of “Oh dan was je die dag even uit balans”. Meestal wordt hiermee bedoeld dat je te veel hebt gedaan. Balans is voor iedereen erg belangrijk. Of je nu wel of niet chronisch ziek bent.

Waarom is balans houden dan juist zo belangrijk wanneer je chronisch ziek bent?

Wanneer je volledig gezond bent, geen chronische pijn hebt, geen chronische vermoeidheid hebt, dan is het niet zo erg als je een dag teveel doet. Je neemt wat meer rust de volgende dag of je gaat wat eerder naar bed en de volgende dag is alles weer goed. Wanneer je chronisch ziek bent helpt het inplannen van een rustige dag of een langere nachtrust vaak niet. Het is namelijk veel moeilijker om je accu weer op te laden.

In veel revalidatietrajecten wordt gekeken hoe je je activiteiten over de dag kunt doseren zodat je niet te veel doet. Je plant korte tijdsblokken waarin je wat doet gevolgd door een moment van rust. Eerlijk gezegd wordt dit voor iedereen geadviseerd. Van nature kunnen wij niet uren achter elkaar geconcentreerd bezig zijn. In het bedrijfsleven wordt geadviseerd om 25 minuten aaneengesloten met een taak bezig te zijn gevolgd door 5 minuten pauze. Wanneer je chronisch ziek bent zal je mogelijk de tijdsblokken wat korter moeten maken en de pauzes wat langer. Dat is per persoon verschillend.

Een andere blik op balans is het in evenwicht houden van je energiegevers en je energievreters. Vaak wordt er ook gesproken over de balans tussen draaglast en draagkracht. Het spreekt voor zich dat wanneer je heel veel energievreters hebt en weinig energiegevers je een hele lange dag hebt. Voor een dag is dat prima. Je kunt dit ook niet altijd voorkomen. Er zijn altijd verplichtingen waar je niet onder uit kunt of wilt komen. Dit moet echter niet dag in dag uit gebeuren want dan trek je je accu volledig leeg.

De balans tussen energievreters en energiegevers

Het beste is om deze balans letterlijk visueel te maken. Dat kan heel eenvoudig door op een vel papier twee kolommen te maken. 1 kolom voor de energievreters en 1 kolom voor de energiegevers. Vervolgens ga je gewoon schrijven. Het is voor iedereen heel persoonlijk wat iemand als energievreter ziet en wat als energiegever. Mijn werk is een energiegever bijvoorbeeld. Tuurlijk kost het mij wel energie (en ook best veel), maar ik krijg er ook veel energie voor terug. Voor iemand anders is het werk juist een behoorlijke energievreter.

Hieronder een aantal voorbeelden:

EnergiegeversEnergievreters
WerkWerk
BewegenVerplichtingen (de “moet-jes”)
LeefgewoonteStress
Hulp aannemenDe eisen van onszelf
Keuzes makenBepaalde mensen
Zelfliefde Sociale contacten (de “moet-jes”)
Nee zeggenZaken in de cirkel van betrokkenheid
Sociale contacten

Vooral de zaken die zorgen voor negatieve energie (stress) zijn de dingen die je wilt wegstrepen. Dat is echter niet altijd even makkelijk. Want wat doe je als je beste vriendin of een familielid je grootste energievreter is? Hieronder geef ik je wat tips hoe je het beste om kunt gaan met energievreters en hoe je voor meer balans kunt zorgen.

Hoe in balans blijven – 6 tips

Tip 1: Maak een overzicht voor jezelf

Alvorens je aan de slag gaat om meer balans aan te brengen is het goed om te kijken hoe het nu gaat. Je hebt al een overzicht gemaakt van je energiegevers en energievreters. De volgende stap is om voor een langere periode (bijvoorbeeld een week) eens te kijken naar jouw activiteiten gedurende deze week. Wat heb je allemaal gedaan en hoe intensief waren deze? Dit kun je bijhouden in een activiteitendagboek. Deze kun je hier downloaden.

Vervolgens ga je voor jezelf kijken of je een rode draad kunt vinden. Zie je bijvoorbeeld dat je in het begin van de week veel doet en gaandeweg de week steeds minder gaat doen? Of komen bepaalde activiteiten die veel energie kosten heel vaak terug. Ga voor jezelf na wat je hiermee kunt en wilt doen.

Tip 2: Plannen

Oké… alles plannen is niet heel erg sexy. Het is echter wel een hele goede manier om balans te kunnen houden. Wel is het goed om rekening te houden met onvoorziene omstandigheden. Ik heb inmiddels geleerd dat er zo ongeveer elke dag wel iets gebeurt dat ik niet heb voorzien. Als je daar geen rekening mee houdt ga je al snel over je grenzen heen.

Zelf maak ik naast een dagplanning ook een weekplanning. Op de zondag kijk ik vaak even hoe mijn week er uit ziet en bepaald ik op welke dagen ik nog ruimte heb en welke dagen ik zeker niet verder wil vullen.

Tip 3: Structuur

Opnieuw …. niet echt tof. Alleen, ook hier zul je merken dat een vaste structuur helpt om je balans te houden. Zorg dat je elke dag op hetzelfde tijdstip naar bed toe gaat en sta op hetzelfde tijdstip op. Laat je vooral niet verleiden om langer in bed te blijven liggen. Heb je tussendoor rust nodig? Plan hier vaste momenten voor. Probeer ook zoveel mogelijk een structuur te maken voor je voeding. En vergeet vooral niet de koffie/thee momentjes voor tussendoor.

Zelf ga ik elke dag rond 22.00 uur naar bed en sta ik uiterlijk om 07.00 uur op. Hier hoef ik inmiddels geen wekker meer voor te zetten. Eerlijk is eerlijk… ik ben dan nog niet gelijk uit bed. S’ochtends lijk ik wel een oude oma van 100 jaar oud. Ik heb altijd wat opstartproblemen. Ontbijt is mijn eerste rustmoment van de dag. Ik vind het erg belangrijk om hier rustig de tijd voor te nemen alvorens ik de dag ga beginnen. Mijn pauzes plan ik ook in.

Tip 4: Stel prioriteiten

Het gebeurt mij regelmatig dat ik mij to-do lijstje helemaal gevuld heb met taken. Je kunt dan natuurlijk als een idioot aan de slag gaan om alles af te strepen. Dat voelt super goed. Echter… de volgende dag betaal je de prijs hiervoor omdat je over je grenzen bent gegaan. De kunst is om dit te voorkomen en dit kun je doen door prioriteiten te stellen en keuzes te maken. Dit wordt ook wel time management genoemd.

Er zijn een aantal zaken die je kunnen helpen met het maken van keuzes. Een hele eenvoudige is de zin “Moet ik dit nu doen?”. Afhankelijk waar je de klemtoon legt komt er een ander antwoord uit.

  • MOET ik dit nu doen? Actie: assertief zijn
  • Moet IK dit nu doen? Actie: delegeren
  • Moet ik DIT nu doen? Actie: prioriteiten stellen
  • Moet ik dit NU doen? Actie: Plannen
  • Moet ik dit nu DOEN? Actie: alternatieven zoeken

Tip 5: Geef je grenzen aan

Vaak ben je bang de ander teleur te stellen waardoor je sneller geneigd bent om toch te luisteren of iets te doen voor deze persoon. Dit terwijl je dit niet wil (om welke reden dan ook). Voel daarom regelmatig (een paar keer per dag) bij jezelf hoe het met jouw energieniveau gaat. Alleen jij weet als geen ander waar jij behoefte aan hebt en waar jouw grenzen liggen. De ander kan dit niet aan je neus zien. Op die manier kun je aanvoelen wanneer je jouw grens bereikt.

Vertraag vervolgens. Daarmee bedoel ik …. sta even stil om te voelen wat er op dat moment gebeurt. Misschien merk je wel dat je ademhaling anders is geworden of dat je wellicht hartkloppingen hebt. In deze fase geeft je lichaam aan dat het niet goed gaat.

Vervolgens is het belangrijk om het te vertellen. Zeg wat het met je doet en wat je wil. Het is belangrijk om dit in de IK boodschap te doen. Bijvoorbeeld: ik hoor je …. zeggen over Klaas. Ik merk dat ik mij daar niet prettig bij voel en wil je vragen hier mee te stoppen.

Tip 6: Val en sta op

Het hele leven is een kwestie van vallen en opstaan. Als klein kind heb je leren fietsen. Dit ging vast niet in één keer goed. Toen ben je mogelijk een paar keer letterlijk gevallen. Door te blijven proberen en niet op te geven kun je je doel bereiken. Dat is bij dit niet anders. Het is blijven oefenen en vooral niet te streng te zijn voor jezelf wanneer het niet in één of twee keer lukt.